Het gedicht begint met een onschuldig beeld, maar later wordt de luisteraar uitgedaagd om in geluidsmetaforen na te denken. Als Sis’ stem haast volledig is ondergesneeuwd begint, naar eigen zeggen, het gedicht pas echt.
Dit gesprek gaat over de manier waarop visuele metaforen makkelijker voor het oprapen liggen dan geluiden; over strategieën om een stem ín de muziek te krijgen. Het gaat over de urgentie en viscerale kwaliteiten van geluid. Het geluid van een tapdanser wordt uitgebreid, alsof er een lijf in het lichaam zit. Hierbij maakt Sis, naast zijn werk als dichter, duidelijk gebruik van zijn achtergrond als vertaler en muzikant.
Beluister deze aflevering hier.